Moederschapsberscherming omvat onder andere de bescherming van de zwangere vrouw en het kind van de gevaren die het door haar uitgeoefende werk kan hebben op haar zwangerschap. Loontrekkenden die werken in een omgeving die een potentieel risico betekent voor hun zwangerschap mogen aan hun werkgever vragen om van hun werk ‘verwijderd’ te worden alvorens het moederschapsverlof officieel begint. Personen die met kinderen of met gevaarlijke stoffen werken kunnen ziektes oplopen die hun zwangerschap in gevaar brengt. Om dit te voorkomen mag je op basis van een attest van de arbeidsgeneesheer en een attest van je werkgever (waarin hij aangeeft dat hij je niet op een andere post kan inzetten) “vervroegt” op moederschapsverlof. Het uitkeringspercentage dat voor deze zwangerschapsverwijdering voorzien is bedraagt 78% van het begrensde loon. De preventieve zwangerschapsverwijdering duurt tot 6 weken voor de bevallingsdatum. Op dat moment begint het moederschapsverlof.